
Introductie
Dit project richt zich op een succesvolle verbinding tussen twee scholen voor lager en voortgezet onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. Beiden hebben hun oorsprong in verschillende religieuze stromingen. De ene school neemt de andere over om samen beter te overleven vanwege teruglopende leerlingaantallen. Dit is een gevolg van veranderingen in de zorgwet: waar kinderen eerst uit Zorg-middelen ook naar deze scholen konden, blijven zij nu in de zorginstelling.
De school is al anderhalf jaar bezig de samenvoeging te realiseren, die op papier al tot stand is gekomen. In de dagelijkse praktijk van de lessen en in het gedrag van de leerkrachten is hier geen sprake van.
Met dit project leert een zogenaamde 'ontwikkelgroep', bestaande uit een afvaardiging van alle stakeholders, hoe zij een traject kunnen inrichten waarmee alle betrokken stakeholders (leerkrachten, management, ouders, kinderen, andere scholen, zorginstellingen) samen de school inrichten (van missie, via structuur, processen, naar gedrag).
Er is gekozen voor een benadering met het U-proces omdat de managers overtuigt zijn dat een dergelijk proces voor een gedragen vernieuwing zal zorgen. Zij willen de uiteindelijke vorm van de vernieuwing zo lang mogelijk open houden en vanuit de wijsheid van het collectief invullen.
Informatie
Het project is gericht op een ontwikkelgroep met de afvaardiging van alle stakeholder-groepen, die gezamenlijk een ontwikkeling doormaken en daarbij een traject inrichten voor het formuleren van een gedragen missie en het inrichten van de integratie.
Er zijn weinig middelen beschikbaar, dus het traject wordt efficiënt ingericht. Er wordt veel gevraagd van de ontwikkelgroep om zelf eea op te kunnen pakken. Er is veel eigenaarschap in de groep op de gestelde doelen van het project. En er is een gevoelde urgentie: de school gaat binnenkort op 1 lokatie werken.
Uitvoering
Stap 1: intake met de ontwikkelgroep en gezamenlijk inrichten van hun traject
Stap 2: middels wondervraag en Future Search gaan de betrokkenen samen vorm geven aan observeer, observeer, observeer. Vanuit de geschiedenis van ik, wij en het (onze missie), kan de groep inzichten krijgen in wat er nu speelt en is (IST) en wat daarbij een rol speelt. Zo wordt het mogelijk erkenning van pijn en verlies te krijgen, die leidt tot opluchting en ruimte. En het innemen van plek. Zo is er aandacht voor alle systemische principes van ordening, binding en geven/nemen balans. Van daaruit volgt een verkenning van de toekomst (visionair, ambities).
Stap 3: De toekomst wordt gevisualiseerd en getekend. Daaruit worden in dialoog woorden gekozen die deze toekomst typeren. De waarden die eruit komen worden vertaald naar concreet gedrag. De groep leert intussen reflecteren op het proces en de onderlinge interactiepatronen. Zo kunnen zij leren hoe optimale samenwerking vorm krijgt vanuit ' ik in jij' communicatie.
Met een stilte-verblijf in de natuur wordt een Presence-state gezocht. De oogst wordt in een dialoog cirkel gedeeld. Doel: komen tot ideeën voor de inrichting van het traject met de andere stakeholders. Eigen ervaringen tot nu toe spelen daarbij een belangrijke rol.
Stap 4: het traject voor de rest van de organisatie wordt opgezet met een creatieve brainstorm. Deze leveren bouwstenen op, die daarna verwerkt worden in een design. Door regelmatig stiltes te nemen en het lichaam als andere voor ' hier en nu' op te zoeken, blijft de groep sensen en afstemmen en komen tot 1 + 1 =3 oplossingen. De stappen voor het traject worden in een opstelling gelegd, waarbij alle deelnemers kunnen voelen of deze stappen kloppen. Deze informatie wordt meegenomen in het design.
Stap 5: de uitrol (wordt later aangevuld). De ontwikkelgroep gaat starten met het traject met de andere stakeholders. Ze komen tussentijds steeds bij elkaar om te reflecteren en bij te stellen. Zo is elke stap in het traject een klein prototype van hetgeen zij tevoren bedacht hebben.
Resultaat
De begeleiding van de ontwikkelgroep heeft hen leren leren over samenwerken, en hen geleerd een gezamenlijke missie en visie te formuleren en hoe dit te begeleiden in de grote groep. Door het zelf te ervaren en ondergaan hebben zij kunnen reflecteren op de benodigde elementen voor hun traject. Zij zijn zelf een lerende groep geworden door te reflecteren op het proces in de hier-en-nu situatie van hun bijeenkomsten. Zo zijn zij een groep die de holding space kunnen zijn voor het traject met alle andere stakeholders.
Wat ging er anders dan verwacht?
De Future Search gaf al zoveel systemische informatie en merkbare verandering in energie. Dit gaf rust vanwege de erkenning van wat er leeft en het herstel van ordening; de overnemende school (O) voelde zich eerder de overgenomen school (A), vanwege de sterk aanwezige overtuigingen van school A. Zij lieten zich onder sneeuwen en trokken zich terug (slachtofferschap). School A voelde zich vooral ongemakkelijk; wilde ruimte innemen maar deed dat ook niet echt duidelijk. Door te erkennen dat de overnemende partij hun redding was (dankzij jullie kunnen wij blijven bestaan), kwam er rust en konden beiden plek innemen en stoppen met de strijd. De directeur (van school A; ook al een pijnlijk punt) voelde dit heel duidelijk en straalde dit ook uit.
Wat heb je vooral geleerd?
Dat het mogelijk is met de juiste energie en eigenaarschap van de betrokkenen, en het vertrouwen uit te spreken, een complexe vraag in relatief korte tijd in beweging te krijgen en in een U-proces te doorlopen. De aanwezigen waren goed in staat contact te maken met zichzelf en elkaar. Ik verkijk me nog wel eens hoe snel ik mensen mee kan krijgen in sensing en Presence, door het gewoon maar te doen. Ik heb de neiging daar een groter traject voor in te richten. De beperking van de middelen lieten me zien dat dit niet altijd nodig is.
